Wijziging Rechten van successie, schenking en overgang 2004
3 | Rechten van successie, van schenking en overgang 2004 |
3.1 | Vrijstellingen successierecht |
3.2 | Vrijstellingen schenkingsrecht |
3.2.1 | Bedrijfsopvolging |
3.3 | Tarief successie en schenking |
2004:
Echtgenoten |
Vrijstelling: €496.324 |
Jonge kinderen |
Vrijstelling: € 4.243 per jaar beneden 23 jaar met een minimum van € 8.483 |
Oudere kinderen |
Vrijstelling: € 8.483 voor kinderen ouder dan 23 jaar, mits de verkrijging niet meer bedraagt dan € 25.448 |
Invalide kinderen |
Vrijstelling: € 4.243 per jaar beneden 23 jaar met een minimum van € 12.725 Vrijstelling: € 8.483 voor kinderen ouder dan 23 jaar |
Ouders |
Vrijstelling: €42.41 3 |
Andere bloedverwanten in de rechte lijn |
Drempel *) van € 8.483 |
2003:
Echtgenoten |
Vrijstelling: €484.691 |
Jonge kinderen |
Vrijstelling: € 4.143 per jaar beneden 23 jaar met een minimum van € 8.284 |
Oudere kinderen |
Vrijstelling: € 8.284 voor kinderen ouder dan 23 jaar, mits de verkrijging niet meer bedraagt dan € 24.851 |
Invalide kinderen |
Vrijstelling: € 4.143 per jaar beneden 23 jaar met een minimum van € 12.426 Vrijstelling: € 8.284 voor kinderen ouder dan 23 jaar |
Ouders |
Vrijstelling: €41 .41 8 |
Andere bloedverwanten in de rechte lijn |
Drempel *) van € 8.284 |
*) Onder drempel wordt hier verstaan een vrijstelling die in beginsel vervalt als de verkrijging het maximum van de vrijstelling te boven gaat.
• Ongehuwd samenwonenden: Voor de ongehuwd samenwonende die na zijn 18e jaar ten minste 6
maanden met de erflater tot diens overlijden een gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd en
voldoet aan de verdere eisen genoemd in noot 2, onderdeel a, bij de hierna opgenomen tabel Tarief
van het Successierecht, geldt een vrijstelling van € 496.324 (€ 484.691).
Voor ongehuwd samenwonenden die na hun 22e jaar tenminste vijf jaren met erflater tot diens
overlijden hebben samengewoond, geldt:
• een vrijstelling van € 496.324 (€ 484.691) indien sprake is van een zogenoemde tweerelatie (zie
hiervoor noot 2, onderdeel b, bij de hierna opgenomen tabel Tarief van het Successierecht),
• een vrijstelling van € 248.163 (€ 242.346) indien sprake is van een zogenoemde meerrelatie (zie
hiervoor noot 2, onderdeel c, bij de tabel Tarief van het Successierecht).
Heeft de samenleving vier, drie of twee jaar geduurd, dan bedraagt in beide hiervoor genoemde gevallen de vrijstelling volgens onderstaande tabel respectievelijk:
Samenleving |
Vrijstelling 2004 |
Vrijstelling 2003 |
Vier jaar Drie jaar Twee jaar |
€198.527 148.894 99.260 |
€193.874 145.404 96.933 |
Rechtspersonen die vallen onder het tarief van 11% |
Drempel *) van € 8.483 (€ 8.284) indien en voor zover aan de verkrijging niet een opdracht is verbonden die aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn geschied in het algemeen belang |
Alle andere gevallen |
€ 1 .839 (€ 1 .795) |
*) Onder drempel wordt hier verstaan een vrijstelling die in beginsel vervalt als de verkrijging het
maximum van de vrijstelling te boven gaat.
Op de vrijstellingen van echtgenoten, de ongehuwd samenwonenden bedoeld in noot 2 bij de tabel Tarief van het Successierecht hierna, kinderen tot 23 jaar, en ouders worden eventuele pensioenrechten in mindering gebracht (bij echtgenoten en ongehuwd samenwonenden voor de helft). Deze vermindering is echter aan een maximum gebonden. De vrijstelling voor echtgenoten en de genoemde ongehuwd samenwonenden (tweerelaties) kan nooit minder bedragen dan € 141.807 (€ 138.483) en voor de meerrelatie nooit minder dan € 70.909 (€ 69.247).
Voor invalide kinderen tot 23 jaar bedraagt de vrijstelling nooit minder dan € 12.725 (€ 12.426).
Andere kinderen tot 23 jaar en ouders hebben een vrijstelling die nooit minder dan € 8.483 (€ 8.284) kan bedragen.
Schenkingen door ouders aan kinderen |
Vrijstelling: (per kalenderjaar) € 4.243 (€ 4.143) Vrijstelling eenmalig € 21 .209 (€ 20.71 1) voor kinderen tussen 18 en 35 jaar mits in de aangifte op de vrijstelling een beroep wordt gedaan |
Rechtspersonen die vallen onder het tarief van 11% |
Drempel *) per periode van twee jaar € 4.243 (€ 4.143) indien en voor zover aan de verkrijging niet een opdracht is verbonden die aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn geschied in het algemeen belang |
Alle andere gevallen |
Drempel *): (per periode van 2 jaar) € 2.546 (€ 2.486) |
*) Onder drempel wordt hier verstaan een vrijstelling die in beginsel vervalt als de verkrijging het
maximum van de vrijstelling te boven gaat.
Zowel voor het successie- als voor het schenkingsrecht kan 30% van de waarde van ondernemingsvermogen of van aandelen die bij de schenker of erflater tot een aanmerkelijk belang behoorden buiten de heffing blijven. Hiervoor moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Een van die voorwaarden is dat de onderneming door de verkrijger ten minste vijf jaar wordt voortgezet dan wel dat de aandelen gedurende vijf jaar worden behouden en de onderneming van de vennootschap in die periode niet wordt gestaakt.
2004:
Verkrijging tussen |
en |
l. Echtgenoot, kinderen en afstammelingen in tweede of verdere graad 1 ) of een verkrijger als hierna onder 2) vermeld |
II. Broers, zusters, bloedverwanten in de rechte opgaande lijn |
III. Andere verkrijging uitgezonderd de rechtspersonen die vallen onder het tarief van 11% |
|||
(D |
(2) |
a |
b |
a |
b |
a |
b |
0 |
€ 21.212 |
0 |
5% |
0 |
26% |
0 |
41% |
€ 21.212 |
42.419 |
€ 1 .060 |
8% |
€ 5.515 |
30% |
€ 8.696 |
45% |
42.419 |
84.829 |
2.756 |
12% |
11.877 |
35% |
18.239 |
50% |
84.829 |
169.650 |
7.845 |
15% |
26.720 |
39% |
39.444 |
54% |
169.650 |
339.293 |
20.568 |
19% |
59.800 |
44% |
85.247 |
59% |
339.293 |
848.219 |
52.800 |
23% |
134.442 |
48% |
185.336 |
63% |
848.219 |
en hoger |
169.852 |
27% |
378.726 |
53% |
505.959 |
68% |
2003:
Verkrijging |
en |
l. Echtgenoot, kinderen |
II. Broers, zusters, |
III. Andere verkrijging |
|||
tussen |
|
en afstammelingen in |
bloedverwanten in de |
uitgezonderd de |
|||
|
|
tweede of verdere |
rechte opgaande lijn |
rechtspersonen die vallen |
|||
|
|
graad 1 ) of een |
|
onder het tarief van 11% |
|||
|
|
verkrijger als hierna |
|
|
|||
|
|
onder 2) vermeld |
|
|
|||
(1) |
(2) |
a |
b |
a |
b |
a |
b |
0 |
€ 20.714 |
0 |
5% |
0 |
26% |
0 |
41% |
€ 20.714 |
41 .424 |
€ 1 .035 |
8% |
€ 5.385 |
30% |
€ 8.492 |
45% |
41.424 |
82.840 |
2.691 |
12% |
1 1 .598 |
35% |
17.811 |
50% |
82.840 |
165.673 |
7.660 |
15% |
26.093 |
39% |
38.519 |
54% |
165.673 |
331 .340 |
20.084 |
19% |
58.397 |
44% |
83.248 |
59% |
331 .340 |
828.338 |
51.560 |
23% |
131.290 |
48% |
180.991 |
63% |
828.338 |
en hoger |
165.869 |
27% |
369.849 |
53% |
494.099 |
68% |
a) Belasting over het in kolom (1) genoemde bedrag.
b) Heffingspercentage over het gedeelte van de (belaste) verkrijging, dat ligt tussen de bedragen
van kolom (1) en kolom (2).
1) Voor afstammelingen in de tweede of verdere graad bedraagt de belasting het ingevolge deze
kolom verschuldigde, vermeerderd met 60% daarvan.
2) Onder verkrijger in tariefgroep l wordt verstaan een verkrijger - niet zijnde een echtgenoot; die:
a. (met ingang van 1 januari 2002) tot het tijdstip van het overlijden of de schenking samen met
de erflater of de schenker een als duurzaam bedoelde gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd, welke huishouding in geval van overlijden reeds zes maanden heeft geduurd en in geval van schenking reeds twee jaar heeft geduurd, waarbij slechts in aanmerking wordt genomen een periode na het bereiken van de 18-jarige leeftijd. Het voeren van een gemeenschappelijke huishouding als bedoeld in dit letteronderdeel wordt slechts aangenomen indien de verkrijger en de erflater of de schenker volgens de basisadministratie persoonsgegevens of een daarmee naar aard en strekking overeenkomende administratie buiten Nederland op hetzelfde woonadres staan ingeschreven en een wederzijdse zorgverplichting zijn aangegaan, vastgelegd in een notarieel samenlevingscontract. Dit letteronderdeel is niet van toepassing op bloedverwanten in de rechte lijn van de erflater of schenker en op verkrijgers die gedurende de laatste vijf kalenderjaren voorafgaand aan het kalenderjaar van overlijden onderscheidenlijk van schenking, voor de heffing van de inkomstenbelasting hadden kunnen kwalificeren als partner van de erflater of schenker, doch zulks hebben nagelaten. De in dit letteronderdeel bedoelde verkrijger dient als enige persoon te voldoen aan de in dit onderdeel gestelde eisen; of
b. tot het tijdstip van het overlijden of de schenking samen met de erflater of de schenker na
hun 22e jaar gedurende een aaneengesloten periode van tenminste vijfjaren en met geen
ander dan met één of meer kinderen jonger dan 27 jaar van één van hen of van hen beiden
een gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd. Met een kind wordt gelijkgesteld een
pleegkind, waaronder voor de toepassing van dit lid wordt verstaan een kind dat door de
verkrijger en de erflater of de schenker als een eigen kind is onderhouden en opgevoed; dan
wel
c. tot het tijdstip van het overlijden of de schenking samen met de erflater of de schenker na
hun 22e jaar anders dan bedoeld onder letter a gedurende een aaneengesloten periode van
tenminste vijf jaren een gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd.
Voor de wijzigingen in andere belastingwetten zie:
Inkomstenbelasting 2004
Loonbelasting 2004
Rechten van successie, van schenking en overgang 2004
Afdrachtvermindering loonbelasting 2004
Belastingen op milieugrondslag
Autobelastingen
Overige belastingen