taxci
 

Deelnemingsvrijstelling - de laagbelaste deelneming

Laatst gewijzigd: 29-07-2021

Voor toepassing van de deelnemingsvrijstelling gelden een aantal eisen aan de deelneming. Deze zijn dat de deelneming een in aandelen verdeeld kapitaal moet hebben. Daarnaast mag de deelneming geen beleggingsdeelneming zijn.

Een deelneming wordt beschouwd als een beleggingsdeelneming wanneer de bezittingen van de deelneming grotendeels (meer dan 50%) bestaan uit beleggingen of de activiteiten van de deelneming grotendeels bestaan uit het financieren van groepsmaatschappijen of het beschikbaar stellen van bezittingen.

Als op basis van het bovenstaande een deelneming kwalificeert als beleggingsdeelneming kan de deelnemingsvrijstelling alleen van toepassing zijn als de deelneming een zogenaamde kwalificerende beleggingsdeelneming is. Een deelneming geldt als kwalificerende beleggingsdeelneming wanneer de deelneming onderworpen is aan tenminste 10% winstbelasting en de bezittingen van de beleggingsdeelneming voor minder dan de helft bestaan uit laagbelaste (minder dan 10%) vrije beleggingen. Waarbij een vrije belegging een belegging is die niet noodzakelijk is voor de uitvoering van het bedrijf.

Hierbij is van belang dat een deelneming als laagbelaste deelneming kwalificeert wanneer de deelneming onderworpen is aan een winstbelasting dat afwijkt van naar Nederlandse maatstaven reële heffing. Reële heffing wordt in beginsel gezien als 10% winstbelasting. Daarnaast moet de grondslag waarover de tenminste 10% heffing wordt geheven vergelijkbaar te zijn met Nederlandse maatstaven. Als de grondslag (veel) afwijkt kan dit resulteren in alsnog geen reële heffing naar Nederlandse begrippen.

 

Controlled Foreign Company (CFC) maatregel

Daarnaast gelden naar aanleiding van de Europese Anti Tax Avoidance Directive de CFC maatregel, ofwel Controlled Foreign Company regels. De CFC maatregel ziet op laagbelaste gecontroleerde buitenlandse lichamen en voorkomt het verschuiven van winst naar deze deelnemingen.

Er is sprake van een CFC wanneer een Nederlands belastingplichtige een buitenlandse deelneming heeft waarin de belastingplichtige een controlerend belang houdt (tenminste 50%). Dit kan direct of indirect zijn. Daarnaast moet de deelneming in het buitenland onderworpen zijn aan een laag statutair winstbelastingtarief, oftewel minder dan 9%, of moet het land waar de deelneming gevestigd is opgenomen zijn op de Europese Blacklist of de Nederlandse lijst van niet-coöperatieve landen.De Europese Blacklist en Nederlandse lijst van niet coöperatieve landen worden regelmatig gepubliceerd oor de EU en de Nederlandse overheid.

Als hieraan is voldaan wordt een deelneming alsnog niet als CFC aangemerkt als de inkomsten van de deelneming voor tenminste 70% bestaan uit niet-besmette voordelen. De volgende inkomsten worden als besmette voordelen aangemerkt:

  • Rente of andere voordelen uit financiële activa
  • Royalty's of andere voordelen uit immateriële activa
  • Dividenden en voordelen uit vervreemding van aandelen
  • Voordelen uit financiëleleasingactiviteiten
  • Voordelen uit verzekeringsactiviteiten, bankactiviteiten of andere financiële activiteiten
  • Voordelen uit weinig of geen economisch waarde toevoegende factureringsactiviteiten

Als de deelneming wel als CFC aangemerkt wordt betekent dit dat besmette voordelen minus daarmee verband houdende kosten van de CFC tot de winst van de Nederlandse belastingplichtige gerekend moeten worden. Er moet dan dus in Nederland vennootschapsbelasting over betaald worden. Dit hoeft alleen wanneer deze besmette voordelen niet uitgekeerd worden door de CFC aan de Nederlandse belastingplichtige.

Tenslotte geldt er nog een uitzondering, dit is wanneer de CFC een wezenlijke economische activiteit verricht in het land waarde CFC gevestigd is. Dit wordt aangetoond doordat voldaan wordt aan de substance eisen.