Wijzigingen loonbelasting 2014
2.1 Stamrechtvrijstelling
Per 1 januari 2014 vervalt de stamrechtvrijstelling voor nieuwe gevallen. Voor op 31 december 2013 bestaande aanspraken geldt overgangsrecht. Van een op 31 december 2013 bestaande aanspraak is in ieder geval sprake indien aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:
- De aard en de omvang van de vrijgestelde stamrechtaanspraak is op 31 december 2013 voldoende bepaald of bepaalbaar;
- Vóór 1 januari 2014 dient een vaststellingsovereenkomst te zijn getekend, waaruit het stamrecht blijkt dan aan de wettelijke vereisten voldoet.
- De ontslagdatum dient op 31 december 2013 vast te staan. Het feitelijke ontslag hoeft niet per se in 2013 gelegen te zijn. Wel moet het aangezegd zijn vóór 1 januari 2014 en moet het binnen een korte termijn worden uitgevoerd. Van een korte termijn is in ieder geval sprake als het gaat om de wettelijke opzegtermijn.
Vanaf 1 januari 2014 kan de waarde van de op 31 december 2013 bestaande stamrechtaanspraak ook geheel of gedeeltelijk op een eerder moment worden uitgekeerd dan het geval zou zijn bij toepassing van de tot 1 januari 2014 geldende voorwaarden.
In het jaar 2014 geldt aanvullend de 80%-regeling. De 80%-regeling houdt in dat bij een volledige aanwending ineens van de aanspraak slechts 80% van de waarde van de aanspraak belast wordt. Om van de 80%-regeling gebruik te kunnen maken, geldt als voorwaarde dat het geld ter financiering van de aanspraak voor 15 november 2013 door de werkgever is overgemaakt naar de aanbieder.
2.2 Bijtelling auto van de zaak
Voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van 0 gram per kilometer die in de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 worden aangeschaft, geldt gedurende 60 maanden een bijtelling van tenminste 4%. Indien de CO2-uitstoot hoger is dan 0 gram per kilometer, maar niet hoger is dan 50 gram per kilometer geldt gedurende 60 maanden een 7%-bijtelling.
In de tabel hieronder zijn de CO2-schijfgrenzen per 1 januari 2014 en per 1 januari 2015 opgenomen.
Bijtelling afhankelijk van CO2-uitstoot (in gr/km) |
||
Alle brandstoffen m.u.v. diesel |
1 januari 2014 |
1 januari 2015 |
4% bijtelling |
0 |
0 |
7% bijtelling |
1-50 |
1-50 |
14% bijtelling |
51-88 |
51-82 |
20% bijtelling |
89-117 |
83-110 |
25% bijtelling |
>117 |
>110 |
Diesel |
|
|
4% bijtelling |
0 |
0 |
7% bijtelling |
1-50 |
1-50 |
14% bijtelling |
51-85 |
51-82 |
20% bijtelling |
86-111 |
83-110 |
25% bijtelling |
>111 |
>110 |
2.4 Werkkostenregeling
In de WKR kan, naast een aantal gerichte vrijstellingen en nihilwaarderingen, maximaal 1,5% van het bij de werknemer te belasten belaste loon (de ‘vrije ruimte’) dat onder art.20a, 20b, 26 en 26b Wet LB 1964 valt, worden besteed aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor werknemers. Over het bedrag boven de vrije ruimte (en afgezien van de gerichte vrijstellingen en nihilwaarderingen) moet de werkgever loonbelasting betalen in de vorm van een (gebruteerde) eindheffing van 80%. De datum waarop de WKR voor alle werkgevers gaat gelden is een jaar opgeschoven en is gesteld op 1 januari 2015.
De waarde van voorzieningen zoals die gelden onder de WKR zijn geïndexeerd. Voor een maaltijd in een bedrijfskantine geldt als normbedrag €3,15 per maaltijd. Voor huisvesting en inwoning geldt als normbedrag € 5,35 per dag. Voor meer informatie over toepassing van de werkkostenregeling zie:
www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/personeel_en_loon/loon/gerichte_vrijstellngen_nihilwaarderen_en_normbedragen_werkkostenregeling/gerichte_vrijstellingen_nihilwaarderen_en_normbedragen_werkkostenregeling.
2.5 Bestaande regeling vrije vergoedingen en verstrekkingen
Indien niet wordt gekozen voor de werkkostenregeling, is de bestaande regeling over vrije vergoedingen en verstrekkingen van toepassing:
2.5.1 Maaltijden in bedrijfskantines
Voor een maaltijd in een bedrijfskantine gelden de volgende normbedragen:
|
2014 |
Warme maaltijd |
€ 4,60 |
Koffiemaaltijd/Lunch | € 2,40 |
Ontbijt | € 2,40 |
2.5.2 Consumpties tijdens werktijd
De vrijgestelde vergoeding voor consumpties tijdens werktijd (maaltijden vallen hier niet onder) bedraagt maximaal € 2,75 per week of € 0,55 per dag.
2.5.3 Personeelsleningen
Er is in 2014 geen sprake van een te belasten rentevoordeel als de werknemer ten minste 4% rente betaalt over het geleende bedrag.
2.5.4 Geschenkenregeling
De werkgever mag 20% eindheffing toepassen over geschenken in natura aan een werknemer, voor zover de waarde in het economische verkeer niet meer is dan € 70 per kalenderjaar.
2.5.5 Fietsregeling
De werkgever kan eens per drie jaren de aanschafkosten van een fiets van de werknemer tot een bedrag van € 749 onbelast vergoeden als de werknemer voor woon-werkverkeer gebruik maakt van de fiets.
De werkgever mag voor met de fiets samenhangende zaken in 2014 maximaal € 82 onbelast aan zijn werknemer vergoeden of verstrekken. Het maximum van € 82 per kalenderjaar geldt voor vergoedingen en verstrekkingen samen.
Indien u meer informatie over dit onderwerp wenst, of indien u geadviseerd wilt worden op uw specifieke situatie nodigen wij u van harte uit om contact met ons op te nemen via e-mail of per telefoon op het nummer 020-57 09 440 (kantoor Amsterdam) of 010-20 10 466 (kantoor Rotterdam).
Wij maken graag tijd voor u!