Ondernemen in het buitenland - belastingheffing in het buitenland
Op mondiaal niveau gelden geen universele regels van belastingheffing. Elk land bezit de autonomie om haar belastingsysteem naar eigen inzicht en voorkeur in te richten. Dit zou theoretisch tot een chaotische diversiteit van belastingregimes kunnen leiden, ware het niet dat geïncorporeerde belastingplichtigen (vennootschappen) voornamelijk met twee soorten belastingregimes te maken krijgen, gebaseerd ofwel op het zogenaamde woonplaatsbeginsel ofwel op het zogenaamde territorialiteitsbeginsel (voor wat dit inhoudt zie hierna). Hierbij moet dan wel worden opgemerkt dat veel belastingregimes, in meer of mindere mate, elementen van beide beginselen kunnen bevatten, hetgeen hierna zal worden uitgelegd.
Het meest voorkomend zijn belastingregimes gebaseerd op het woonplaatsbeginsel, ook wel domiciliebeginsel genoemd. Bij belastingsystemen die op dit beginsel zijn gebaseerd geldt als uitgangspunt de woonplaats van de belastingplichtige. Betreft het een inwoner (binnenlands belastingplichtige), dan zal doorgaans het wereldwijde inkomen in de belastingheffing worden betrokken, ongeacht waar (in welk land) het inkomen is opgekomen. Betreft het inkomen gegenereerd door een niet-inwoner van dat desbetreffende land (zogenaamde buitenlands belastingplichtige), dan zal belastingheffing doorgaans zijn beperkt tot het inkomen uit in de wet gespecificeerde bronnen in het betreffende land. Het woonplaatsbeginsel ziet men met name in de economisch hoog ontwikkelde landen, waaronder Nederland en de meeste andere West - Europese landen.
In de tweede plaats onderscheidt men belastingregimes gebaseerd op het territorialiteitsbeginsel. Bij belastingsystemen die op dit beginsel zijn gebaseerd, geldt als uitgangspunt de bron van het inkomen. In de belastingheffing wordt in principe uitsluitend inkomen betrokken dat een bepaalde binding met het betreffende land heeft, ongeacht de woonplaats van de betrokken partijen. Factoren die hierbij een rol spelen kunnen zowel van feitelijke aard (waar is een contract afgesloten ?) als van juridische aard zijn (welk recht is van toepassing op het contract) ? In de regel blijft inkomen dat buiten het betreffende land opkomt, buiten de belastingheffing. Dit beginsel ziet men veel in de economisch minder ontwikkelde landen (Costa Rica, Panama, etc.) maar ook enkele hoog ontwikkelde landen, met name die van Angelsaksische oorsprong (bijvoorbeeld Hong Kong, Singapore en Maleisië).
Zoals hiervoor al is opgemerkt, hebben veel belastingregimes kenmerken van zowel het woonplaats- als het territorialiteitsbeginsel. Met ziet dit men name veel bij Angelsaksische landen, waarvan de belangrijkste zijn de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.
De autonomie die bijna ieder land zich voorbehoudt bij de bepaling van de regels voor belastingheffing, heeft een aantal consequenties die van belang zijn voor het ondernemen in het buitenland.
Primair van belang is het ontbreken van een universeel belastingtarief. Het belastingtarief varieert per land, van nul procent in de typische belastingparadijzen (ook wel aangeduid als 'tax havens'; voor uitleg verwijzen wij naar de pagina Ondernemen in het buitenland - het gebruik van tax havens) zoals bijvoorbeeld de British Virgin Islands, tot meer dan vijftig procent in sommige andere landen.
Het spreekt voor zich dat het overhevelen van winst van hoge tarief landen naar lage tarief landen, een belangrijke, zo niet de belangrijkste, impuls voor international tax planning is. Voor uitleg over het begrip international tax planning verwijzen wij naar de pagina Ondernemen in het buitenland - international tax planning.
Indien ieder land afzonderlijk, ongeacht haar grondbeginselen van belastingheffing, eenzijdig rekening zou houden met de belastingheffing of het ontbreken daarvan in andere landen, zou dubbele belastingheffing in internationaal verband, en daarmee de noodzaak of mogelijkheid tot international tax planning, een stuk minder of misschien wel geheel ontbreken. Er zijn echter maar een beperkt aantal landen die eenzijdig dergelijke regelingen hebben ingevoerd, en dan vaak alleen nog maar van beperkte strekking.
Als het gaat om eenzijdige tegemoetkomingen voor de heffing over inkomen dat al elders is belast, dan houden de meeste landen vast aan hun autonomie en stellen ze zich zeer terughoudend op. Eenzijdige regelingen die tegemoetkomingen verschaffen komen slechts sporadisch voor. Als het echter gaat om sanctionering, dus bijheffen als het tarief in het buitenland (substantieel) lager is, of het onthouden van voordelen als blijkt dat een internationale structuur primair fiscaal gedreven is, ziet men precies de tegenovergestelde tendens. Met name de economisch hoog ontwikkelde landen, hebben gedurende de laatste jaren steeds meer regelingen ingevoerd die tot doel hebben fiscaal gedreven structuren of transacties te sanctioneren. In bilateraal (in belastingverdragen gesloten tussen twee autonome staten) en multilateraal verband (EU - OESO) wordt momenteel op mondiaal niveau zware druk uitgeoefend op tax havens om hun belastingtarieven tot een normaal tarief te verhogen. Zo heeft bijvoorbeeld de Nederlandse Antillen onder druk van de OESO recentelijk (2001) haar belastingregime grondig gewijzigd.
Wij hebben voor u actuele belastingtarieven in de Europese Unie op een rijtje gezet.
Een andere consequentie van de fiscale autonomie is het ontstaan van interpretatieverschillen. Bij grensoverschrijdend verkeer kan een bepaald instrument of een bepaalde entiteit in de betrokken landen op verschillende wijze in de belastingheffing worden betrokken. Dit zal zich vrijwel zeker voordoen bij landen met verschillende grondbeginselen van belastingheffing (woonplaatsbeginsel versus territorialiteitsbeginsel). Het kan zich echter ook voordoen bij landen die in principe dezelfde beginselen van belastingheffing hebben, maar deze op eigen wijze hebben geïmplementeerd, of zelfs indien de landen vergelijkbare regels hebben, deze op eigen wijze interpreteren. Door het gebrek aan compatibiliteit van belastingregimes, kunnen zich situaties voordoen waarin hetzelfde inkomen dubbel wordt belast, of het inkomen in het geheel niet wordt belast.
Veel landen hebben op bilateraal of multilateraal niveau afspraken gemaakt ten behoeve van het voorkomen van dubbele belastingheffing. In bilateraal verband zijn deze afspraken terug te vinden in belastingverdragen. Bij multilaterale regelingen valt te denken aan de door Europese Unie uitgevaardigde richtlijnen waaraan alle lidstaten - met een beperkte interpretatievrijheid - zich dienen te houden. Echter ook in dit verband blijkt geen groot animo te bestaan voor een complete harmonisatie van belastingregimes. Tot nu toe zijn bijvoorbeeld alleen de BTW heffing, enkele faciliteiten voor de winstbelasting (fusie en deelnemingsvrijstelling) en met ingang van 1 januari 2004 de heffing over uitgaande interest en royalty's binnen EU verband geharmoniseerd Ook bij de toepassing en interpretatie van verdragsbepalingen kunnen in de betrokken landen verschillen ontstaan, waardoor alsnog een situatie van dubbele heffing of helemaal geen heffing kan voorkomen.
Voor meer informatie over de Nederlandse belastingverdragen verwijzen wij naar de pagina Belastingverdragen.
Van fiscale neutraliteit in internationaal verband kan pas sprake zijn als landen onderling besluiten tot harmonisatie van belastingheffing. Met name in Europees verband is een dergelijke discussie gaande. Harmonisatie impliceert echter dat de landen afzonderlijk bereid moeten zijn om een stuk van hun autonomie af te staan. Aangezien de belastingheffing nog steeds het belangrijkste instrument is voor overheidsfinanciering, spreekt het voor zich dat een dergelijk proces flink wat voeten in de aarde heeft, en wellicht praktisch onhaalbaar zal blijken te zijn.
Indien u van u onze diensten gebruik wilt maken, kunt u ons bereiken via e-mail of u kunt ons op ons kantoor bellen op nummer 010-2010466.
Wij maken graag tijd voor u !!
Terug naar index - Ondernemen in het buitenland