taxci
 

De Country by Country (CbC) rapportageverplichtingen

Laatst gewijzigd: 28-04-2020

Vanaf 1 januari 2016 bestaan in Nederland documentatie en rapportage verplichtingen op het gebied van transfer pricing voor kwalificerende grote ondernemingen in overeenstemming met de aanbevelingen van de OESO.

Aanbeveling nummer 13 van de door de OESO geformuleerde BEPS-actiepunten

De Country by Country (CbC) rapportageverplichtingen in Nederland

Aanvullende transfer pricing documentatie- en rapportageverplichtingen

Onderzoek naar Transfer Pricing

Digitaal archiveren

Sancties

 

Aanbeveling nummer 13 van de door de OESO geformuleerde BEPS-actiepunten.

In 2013 zijn de OESO- en G20-landen gestart met het zogenaamde BEPS-project (Base Erosion en Profit Shifting) met als doel de belastingregels zodanig te herzien dat in overeenstemming met de mondiale ontwikkelingen in de wereldeconomie, winsten van multinationale ondernemingen worden belast in het land of de landen waar ook de werkelijke economische activiteiten worden uitgevoerd.

Het BEPS-project van de OESO / G20 heeft geresulteerd in een concrete aanbeveling aan lidstaten van 15 actiepunten, die in het zogenaamde BEPS-rapport 2015 worden omschreven.

Aanbeveling nummer 13 van dit rapport heeft betrekking op rapportages over de in diverse landen gevestigde groepsmaatschappijen van een groep (“Country Report” of “Landenrapport”) en aanvullende documentatie van gegevens die relevant zijn voor de fiscale beoordeling van interne verrekenprijzen (“Master File” of “Groepsdossier” en “Local File” of “Lokale dossier”).

Bijna alle OESO-lidstaten volgen deze BEPS-aanbevelingen op het gebied van invoering van een CBC-rapportagemechanisme ook al blijft de feitelijk uitvoering in veel landen achter bij de theoretische doelstellingen. In Nederland gebeurde dit effectief in 2017, met 2016 als het eerste boekjaar waarop de CBC-rapportageverplichtingen van toepassing waren.

De Country by Country (CbC) rapportageverplichting in Nederland

Multinationale ondernemingen zijn verplicht om jaarlijks specifieke gegevens te rapporteren die van belang zijn voor de fiscale beoordeling van de gehanteerde interne verrekenprijzen en de methoden die zijn toegepast om deze interne verrekenprijzen te bepalen.

Het zogenaamde "landenrapport" (country report) moet jaarlijks worden ingediend door de uiteindelijke moeder- of surrogaatmoedermaatschappij en dient informatie te bevatten over de juridische entiteiten die onderdeel uitmaken van de groep en financiële kerngegevens over deze entiteiten zoals omzet, winst en kosten.

In Nederland zijn alleen kwalificerende grote ondernemingen met een geconsolideerde omzet van € 750 miljoen of meer in het voorafgaande jaar, verplicht om jaarlijks een landenrapport in te dienen. 

De Nederlandse belastingdienst kan vervolgens gegevens uit het landenrapport elektronisch doorsturen naar de belastingautoriteiten van andere landen waar de groep actief is. Het idee is om op deze wijze de transfer pricing van de groep transparant te maken voor de belastingheffing, of in ieder geval alertheid te creëren bij de belastingautoriteiten van betrokken landen voor deze problematiek.

In Nederland gevestigde entiteiten van de groep moeten melden welke entiteit binnen de groep het landenrapport zal indienen en in welk land. Deze notificatie moet uiterlijk op de laatste dag van elk verslagjaar door de Belastingdienst zijn ontvangen.

De eerste notificatie van de kwalificerende Nederlandse ondernemingen moest plaatsvinden op uiterlijk de laatste dag van het toepasselijke eerste boekjaar, 31 december 2016, welke termijn uiteindelijk werd verlengd tot 1 september 2017.

Het landenrapport zelf moet jaarlijks binnen 12 maanden na het afsluiten van het boekjaar worden ingediend. Bijvoorbeeld voor het boekjaar 2019 (indien het boekjaar gelijk is aan het kalenderjaar) is de uiterlijke indieningstermijn voor het landenrapport dus 31 december 2020.

De Nederlands belastingdienst maakt voor het vereiste format van het landenrapport gebruik van een door de OESO ontwikkeld sjabloon van het landenrapport.

Aanvullende transfer pricing documentatie- en rapportageverplichtingen

Volgens de Nederlandse regels hebben kwalificerende multinationale ondernemingen de wettelijke verplichting om een ​​zogenaamd "groepsdossier" (master file) en "lokaal dossier"  (local file) in hun administratie op te nemen welke onder voorwaarden door de belastingdienst kan worden opgevraagd. De drempel voor de rapportageverplichting van het groepsdossier en lokaal dossier ligt bij een geconsolideerde omzet van ten minste € 50 miljoen.

Het groepsdossier geeft een overzicht van de groep, inclusief de aard van de activiteiten, het algemene interne verrekenprijzenbeleid en de wereldwijde allocatie van inkomsten en activiteiten.

Het lokaal dossier biedt informatie die relevant is voor de verrekenprijsanalyse van intercompany-transacties aangegaan door de individuele (lokale) groepsentiteiten. Het groepsdossier en het lokaal dossier moeten gereed zijn vóór het verlopen van de indieningstermijn voor de belastingaangifte van het betreffende belastingjaar.

De Nederlandse belastingdienst verwijst voor hetvereiste format van het groepsdossier en het lokaal dossier naar de door de OESO ontwikkelde sjablonen.

Geen verplichting tot het formuleren van transfer pricing beleid

De verplichting voor de CBC-rapportage omvat de verplichting om informatie te verstrekken over de juridische structuur van de onderneming, voor de transfer pricing relevante feiten en omstandigheden, financiële parameters en het verrekenprijsbeleid en -principes die worden toegepast op transacties binnen de groep. Het legt de relevante gegevens voor de fiscale beoordeling van de transfer pricing vast, maar het creëert als zodanig niet de verplichting om de interne verrekenprijzen te onderbouwen of te documenteren. Het is, wat het is. In Nederland bestaat deze verplichting wel degelijk, maar is deze gebaseerd op andere wettelijke bepalingen, en wordt ook beheerst door zijn eigen regels en voorwaarden.

De CBC-rapportageregels voorzien ook niet als zodanig in de verplichting om een ​​verrekenprijsonderzoek te laten verrichten door derden, ook al wordt in de praktijk meestal wel gebruik gemaakt van derden om het transfer pricing beleid binnen de groep te analyseren en uiteindelijk te documenteren. Dit is echter geen wettelijke verplichting.

Digitaal indienen van de notificatie en de CBC rapporten  

Voor de uitvoering van de CBC-rapportageverplichtingen is in Nederland een digitaal platform gecreëerd dat geautomatiseerde indiening en verwerking van gegevens mogelijk maakt.

Zowel de notificatie (landenrapport) als het CBC-rapport (landendossier) moeten digitaal worden ingediend in een door de Nederlandse autoriteiten beschreven format.

Voor de notificatie verplichting is dit www.gegevensportaal.net/cbc/aanmelden, en voor hetlandenrapport zelf: Ondersteuning Digitaal Berichtenverkeer (ODB) met handleidingen en specificaties voor de rapporten. Het landenrapport moet aangeleverd worden via Digipoort van Logius.

Sancties

De directieleden van de Nederlandse entiteiten die de Nederlandse CBC-rapportageverplichtingen niet naleven, kunnen daarvoor persoonlijk aansprakelijk worden gesteld en het risico lopen een boete te krijgen opgelegd tot EUR 820.000 of strafrechtelijk te worden vervolgd met een maximale gevangenisstraf van vier jaar als er sprake is van opzet of grove nalatigheid.

Back to index "Transfer Pricing"

Ga naar: Onze diensten op het gebied van Transfer Pricing