taxci
 

Wijzigingen overige belastingen 2014

Laatst gewijzigd: 17-01-2014

9.1 Overdrachtsbelasting

Met ingang van 1 januari 2014 is elke verkrijging van een belang in een onroerende zaak door middel van een personenvennootschap zoals een CV of een maatschap (deze heeft geen rechtspersoonlijkheid) volledig belast met overdrachtsbelasting. Er geldt een uitzondering voor beleggingsfondsen en fondsen voor collectieve belegging in effecten zoals bedoeld in de Wet op het financieel toezicht. Verkrijging van een participatie in dergelijke fondsen wordt volledig belast wanneer een derde belang of meer wordt verkregen.

9.2 Toeslagen

9.2.1 Nieuwe bedragen

De bedragen en wijzigingen in het kindgebonden budget, de zorgtoeslag, de kinderopvangtoeslag en de huurtoeslag zijn afkomstig van andere ministeries. De Belastingdienst zorgt voor de uitvoering en uitbetaling. Op www.toeslagen.nl kan voor de verschillende toeslagen een proefberekening worden gemaakt op basis van individuele gegevens.

9.2.2 Verhoging boetes toeslagen

De boeten voor misbruik en oneigenlijk gebruik van toeslagen worden met ingang van 1 januari 2014 niet gewijzigd. De vastgestelde boetebedragen zijn:

Verzuimboete lichte overtreding

Per 1 januari 2014

Boetemaximum

€ 4.920

Standaardboete

1e overtreding: waarschuwing

 

2e en volgende overtreden: € 344 (7% van het boetemaximum)

 

Vergrijpboete zware overtreding

Per 1 januari 2014

Boetemaximum

100% van het bedrag dat van de belanghebbende in verband met het beboetbare feit wordt teruggevorderd (150% bij recidive)

Standaardboete bij grove schuld

25% en bij recidive 75% van terug te vorderen bedrag

Standaardboete bij opzet

50% en bij recidive 150% van terug te vorderen bedrag

Vanaf 1 januari 2014 geldt een ruimer overtredersbegrip voor toeslagen. Naast plegers en medeplegers, kunnen ook medeplichtigen, ‘doen plegers’ en uitlokkers worden beboet. De boete aan een medeplichtige wordt vastgesteld op tweederde van de in de tabel genoemde maxima. De doen pleger en de uitlokker kunnen de maximale boete opgelegd krijgen.

9.2.3 Fraudemaatregelen toeslagen

  • De termijn om te beslissen op een nieuwe aanvraag wordt verlengd van 8 naar 13 weken. Deze termijn kan met nogmaals 13 weken verlengd worden.
  • Er wordt geen voorschot verleend als de Belastingdienst onvoldoende informatie heeft over de aanvrager;
  • Er wordt geen voorschot verleend aan iemand die in de 5 jaar vóór de aanvraag strafrechtelijk is veroordeeld of aan wie een vergrijpboete is opgelegd. Hetzelfde geldt bij strafrechtelijke veroordeling en vergrijpboeten van de partner of de medebewoner.
  • Er wordt geen voorschot verleend bij aanvragen met terugwerkende kracht.
  • Er wordt geen voorschot verleend indien de belanghebbende, zijn partner of een medebewoner niet of niet tijdig aangifte inkomstenbelasting heeft gedaan.
  • Bij gerede twijfel aan woon- of verblijfplaats (vertrokken onbekend waarheen of adres in onderzoek) wordt de uitbetaling van een voorschot stopgezet.
  • Bij stop- en betaalacties (ANPR-acties) kan een auto ook van de weg worden gehaald voor openstaande toeslagschulden.
  • Indien een derde kan beschikken over de bankrekening waarop een toeslag is ontvangen is die derde hoofdelijk aansprakelijk voor een terug te vorderen bedrag.

9.3 Overige fraudemaatregelen

  • Net als bij toeslagen wordt ook voor fiscale boetes het overtredersbegrip verruimd. Naast plegers en medeplegers, kunnen ook medeplichtigen, ‘doen plegers’ en uitlokkers worden beboet.
  • Iemand kan een vergrijpboete krijgen als hij opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens of inlichtingen verstrekt om een hogere (voorlopige) teruggaaf of lagere te betalen (voorlopige) aanslag te kunnen krijgen
  • De inspecteur kan afzien van het opleggen van een voorlopige aanslag bij twijfel over of het ontbreken van adresgegevens, bij strafrechtelijke veroordeling of vergrijpboete;
  • Als de belastingplichtige niet of niet tijdig zijn aangifte inkomstenbelasting gedaan heef.
  • Het opzettelijk niet betalen van een aangiftebelasting wordt strafbaar.
  • Met ingang van 1 december 2013 is het gebruik van één bankrekeningnummer verplicht voor de uitbetaling van toeslagen, de teruggaaf van inkomstenbelasting en omzetbelasting. Er is een aantal uitzonderingen, waaronder voor de kinderopvangtoeslag voor kinderopvanginstellingen die een convenant hebben gesloten met de Belastingdienst.

Indien u meer informatie over dit onderwerp wenst, of indien u geadviseerd wilt worden op uw specifieke situatie nodigen wij u van harte uit om contact met ons op te nemen via e-mail of per telefoon op het nummer 020-5709440 (kantoor Amsterdam) of 010-2010 466 (kantoor Rotterdam).

Wij maken graag tijd voor u!