Bronbelasting op dividend uit Jordanië
Verdrag |
Jordanië |
Artikel |
Dividend |
Getekend |
30 oktober 2006 |
Inwerkingtreding |
16 augustus 2007 |
Artikel 10. Dividenden
1.Dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
2.Deze dividenden mogen echter ook in de Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat is, mag de aldus geheven belasting niet overschrijden:
a. 5 percent van het brutobedrag van de dividenden, indien de uiteindelijk gerechtigde een lichaam is, dat onmiddellijk tenminste 10 percent bezit van het kapitaal van het lichaam dat de dividenden betaalt:
b. 15 percent van het brutobedrag van de dividenden in alle andere gevallen.
3.De bepalingen van het tweede lid zijn echter niet van toepassing indien de verhouding tussen het lichaam dat de dividenden betaalt en de persoon die de dividenden ontvangt nagenoeg uitsluitend tot stand is gekomen of wordt gehandhaafd met als doel van dit artikel gebruik te maken en niet voor bona fide zakelijke redenen. In het geval een Staat voornemens is dit lid toe te passen, zal zijn bevoegde autoriteit vooraf overleggen met de bevoegde autoriteit van de andere Staat.
4.De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het tweede lid.
5.De bepalingen van het tweede lid laten onverlet de belastingheffing van het lichaam ter zake van de winst waaruit de dividenden worden betaald.
6.De uitdrukking „dividenden’’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit aandelen, winstaandelen of winstbewijzen, mijnaandelen, oprichtersaandelen of andere rechten die aanspraak geven op een aandeel in de winst alsmede inkomsten uit schuldvorderingen die aanspraak geven op een aandeel in de winst en inkomsten uit andere vennootschappelijke rechten die door de wetgeving van de Staat waarvan het lichaam dat de uitdeling doet inwoner is, op dezelfde wijze aan de belastingheffing worden onderworpen als inkomsten uit aandelen.
7.De bepalingen van het eerste, tweede en negende lid zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, die inwoner is van een Verdragsluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing.
8.Indien een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat, voordelen of inkomsten verkrijgt uit de andere Verdragsluitende Staat, mag die andere Staat geen belasting heffen op de dividenden die door het lichaam worden betaald, behalve voorzover deze dividenden worden betaald aan een inwoner van die andere Staat of voorzover het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van een in die andere Staat gevestigde vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van een aldaar gevestigd vast middelpunt behoort, noch de niet-uitgedeelde winst van het lichaam onderwerpen aan een belasting op niet-uitgedeelde winst van het lichaam, zelfs indien de betaalde dividenden of de niet-uitgedeelde winst geheel of gedeeltelijk bestaan uit voordelen of inkomsten die uit die andere Staat afkomstig zijn.
9.Niettegenstaande de bepalingen van het eerste, tweede en achtste, mogen dividenden betaald door een lichaam met een in aandelen verdeeld kapitaal, dat volgens de wetgeving van een Verdragsluitende Staat inwoner is van die Staat, aan een natuurlijke persoon die inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat ook in de eerstbedoelde Verdragsluitende Staat worden belast overeenkomstig de wetgeving van die Straat, indien die natuurlijke persoon – al dan niet tezamen met zijn echtgenoot – dan wel een van hun bloed- of aanverwanten in de rechte lijn onmiddellijk of middellijk tenminste vijf percent bezit van het geplaatste kapitaal van een soort aandelen van dat lichaam. Deze bepaling vindt alleen toepassing wanneer de natuurlijke persoon aan wie de dividenden worden betaald in de loop van de laatste tien jaar voorafgaande aan het jaar waarin die dividenden worden betaald inwoner van de eerstbedoelde Staat is geweest en mits op het tijdstip waarop hij inwoner werd van de andere Staat werd voldaan aan eerdergenoemde voorwaarden ten aanzien van het aandelenbezit in eerdergenoemd lichaam.
In de gevallen waarin, ingevolge de nationale wetgeving van de eerstbedoelde Staat, aan de natuurlijke persoon aan wie de dividenden worden betaald, een aanslag is opgelegd, ter zake van de vorenbedoelde aandelen die bij diens emigratie uit eerstbedoelde Staat geacht worden te zijn vervreemd, geldt het vorenstaande alleen zolang er van deze aanslag nog een bedrag openstaat.
Hierboven treft u de bewoording aan van het artikel uit het belastingverdrag tussen Nederland en Jordanië met betrekking tot dividend. Wij attenderen u erop dat het werkelijke bronheffingspercercentage kan afwijken van hetgeen in het verdrag is bepaald, bijvoorbeeld door antimisbruik bepalingen in lokale wetgeving, afwijkende bepalingen uit het protocol, etc. Alvorens u met deze informatie aan de slag gaat, adviseren wij u dan ook om ons eerst te raadplegen voor het juiste bronheffingspercentage in uw concrete situatie. U kunt ons bereiken via e-mail of telefonisch op kantoor onder nummer 010-2010466.