Bronbelasting op rente uit de VS
Verdrag Artikel Getekend In werking getreden
Art. 12
Interest
1. Interest afkomstig uit een van de Staten die wordt verkregen door een inwoner van de andere Staat die de uiteindelijke gerechtigde is, is slechts in die andere Staat belastbaar.
2. De uitdrukking 'interest' zoals gebezigd in deze Overeenkomst betekent inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet verzekerd door hypotheek, en niet aanspraak gevend op een aandeel in de winst van de schuldenaar, en in het bijzonder inkomsten uit overheidsleningen, en inkomsten uit obligaties of schuldbewijzen, daaronder begrepen de aan zodanige leningen, obligaties of schuldbewijzen verbonden premies en prijzen, en een 'excess inclusion' met betrekking tot een achtergesteld belang in een 'real estate mortgage investment conduit', alsmede ander inkomen dat door de belastingwetgeving van de Staat waarin het inkomen opkomt als inkomsten uit geldlening wordt behandeld. De uitdrukking omvat niet inkomsten die in artikel 10 (Dividenden) zijn behandeld. In rekening gebrachte boete voor te late betaling wordt voor de toepassing van deze Overeenkomst niet als interest aangemerkt.
3. De bepalingen van het eerste lid zijn niet van toepassing, indien de uiteindelijke gerechtigde tot de interest, die inwoner is van een van de Staten, in de andere Staat waaruit de interest afkomstig is een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en de betaalde interest is toe te rekenen aan een dergelijke vaste inrichting of vast middelpunt. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 (Winst uit Onderneming) of artikel 15 (Zelfstandige Arbeid) van toepassing.
4. Interest wordt geacht uit een van de Staten afkomstig te zijn, indien deze wordt betaald door die Staat zelf, door een staatkundig onderdeel, door een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam of door een inwoner van die Staat. Indien evenwel de persoon die de interest betaalt, of hij inwoner van een van de Staten is of niet, in een van de Staten een vaste inrichting of een vast middelpunt heeft, waarvoor de schuld, ter zake waarvan de interest wordt betaald, was aangegaan, of inkomsten geniet die anderszins onderworpen zijn aan de in artikel 11 (Belastingheffing van Vaste Inrichtingen) beschreven belasting en deze interest ten laste komt van die vaste inrichting of van dat vaste middelpunt, of toe te rekenen is aan de inkomsten die onderworpen zijn aan de in artikel 11 (Belastingheffing van Vaste Inrichtingen) beschreven belasting, wordt deze interest geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting of het vaste middelpunt is gevestigd of waar de inkomsten zijn onderworpen aan de in artikel 11 beschreven belasting (Belastingheffing van Vaste Inrichtingen).
5. Indien ten gevolge van een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijke gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de interest, gelet op de schuldvordering ter zake waarvan deze wordt betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijke gerechtigde zou zijn overeengekomen, vinden de bepalingen van dit artikel slechts op het laatst bedoelde bedrag toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de Staten, zulks met inachtneming van de overige bepalingen van deze Overeenkomst.
6. Een Staat mag geen belasting heffen over interest betaald door een inwoner van de andere Staat, met uitzondering van
a. |
de interest die is betaald aan een inwoner van de eerstbedoelde Staat; |
b. |
de interest die is toe te rekenen aan een vaste inrichting of vast middelpunt in de eerstbedoelde Staat; of |
c. |
de interest die afkomstig is uit de eerstbedoelde Staat en niet betaald is aan een inwoner van de andere Staat. |
|
Wanneer de schuldenaar van de interest inwoner van een van de Staten is en een vaste inrichting heeft in de andere Staat, danwel inkomsten heeft die anderszins onderworpen zijn aan de belasting beschreven in artikel 11 (Belastingheffing van Vaste Inrichtingen), zal, voor zover het bedrag aan interest dat uit de andere Staat afkomstig is in verband met de vaste inrichting of in verband met inkomsten die onderworpen zijn aan de in artikel 11 (Belastingheffing van Vaste Inrichtingen) beschreven belasting het totale bedrag van de interest die door die vaste inrichting is betaald of die is betaald in verband met inkomsten die anderszins onderworpen zijn aan de belasting zoals beschreven in artikel 11 (Belastingheffing van Vaste Inrichtingen) te boven gaat, dit verschil worden behandeld als interest verkregen door een inwoner van die eerstbedoelde Staat die de uiteindelijke gerechtigde is. |
8. Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid mag interest afkomstig uit een van de Staten die wordt verkregen door een onderneming van de andere Staat die de uiteindelijke gerechtigde is en is toe te rekenen aan een vaste inrichting van die onderneming in een derde rechtsgebied, ook worden belast in de eerstbedoelde Staat indien de voordelen van die vaste inrichting zijn onderworpen aan een gezamenlijk belastingtarief, in de andere Staat en het derde rechtsgebied waarin de vaste inrichting is gevestigd, dat, in het geval van interest afkomstig uit de eerstbedoelde Staat die voor 1 januari 1998 wordt verkregen door een onderneming van de andere Staat die de uiteindelijke gerechtigde is, minder bedraagt dan 50 percent van het algemene in de andere Staat van toepassing zijnde tarief voor de vennootschapsbelasting, en in het geval van interest afkomstig uit de eerstbedoelde Staat die op of na 1 januari 1998 wordt verkregen door een onderneming van de andere Staat die de uiteindelijke gerechtigde is, minder bedraagt dan 60 percent van het algemene in de andere Staat van toepassing zijnde tarief voor de vennootschapsbelasting, maar de aldus geheven belasting mag 15 percent van het brutobedrag van die interest niet overschrijden. De bepalingen van dit lid zijn echter niet van toepassing op interest verkregen in samenhang met of bijkomstig voor de actieve uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten van de vaste inrichting in het derde rechtsgebied (anders dan het beleggen of het beheren van beleggingen tenzij deze activiteiten bank- en verzekeringsactiviteiten betreffen, welke door een bank of een verzekeringsmaatschappij worden uitgeoefend).
Hierboven treft u de bewoording aan van het artikel uit het belastingverdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten met betrekking tot rente. Wij attenderen u erop dat het werkelijke bronheffingspercercentage kan afwijken van hetgeen in het verdrag is bepaald, bijvoorbeeld door antimisbruik bepalingen in lokale wetgeving, afwijkende bepalingen uit het protocol, etc. Alvorens u met deze informatie aan de slag gaat, adviseren wij u dan ook om ons eerst te raadplegen voor het juiste bronheffingspercentage in uw concrete situatie. U kunt ons bereiken via e-mail of telefonisch op kantoor onder nummer 010-2010466. |