taxci
 

Bronbelasting op interest uit België

Laatst gewijzigd: 08-02-2007

 

Verdrag

België

Artikel

Interest

Getekend 

5 juni 2001

In werking getreden  

 

 

 

Art. 11.

 

Interest

 

1. Interest afkomstig uit een verdragsluitende Staat en betaald aan een inwoner van de andere verdragsluitende Staat mag in die andere Staat worden belast.
2. Deze interest mag echter ook in de verdragsluitende Staat waaruit hij afkomstig is overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de uiteindelijk gerechtigde tot de interest inwoner is van de andere verdragsluitende Staat, mag de aldus geheven belasting niet hoger zijn dan 10 percent van het brutobedrag van de interest.
3. In afwijking van het bepaalde in paragraaf 2 mag interest in de verdragsluitende Staat waaruit hij afkomstig is, niet worden belast,

a.

indien de uiteindelijk gerechtigde tot die interest een onderneming van de andere verdragsluitende Staat is en het niet handelt om interest van door effecten aan toonder vertegenwoordigde leningen of gelddeposito's;

b.

indien het handelt om interest van door effecten aan toonder vertegenwoordigde leningen of gelddeposito's en de uiteindelijk gerechtigde tot de interest een onderneming van de andere verdragsluitende Staat is die het bank- of verzekeringsbedrijf uitoefent en de desbetreffende effecten ten minste drie maanden in bezit heeft voorafgaand aan de datum van betaalbaarstelling van de interest;

c.

indien het handelt om interest van handelsschuldvorderingen - met inbegrip van vorderingen vertegenwoordigd door handelspapier - wegens termijnbetaling voor leveringen van koopwaar, goederen of diensten door ondernemingen;

d.

indien interest wordt betaald uit hoofde van een lening die is toegestaan, gewaarborgd of verzekerd, of een krediet dat is verleend, gewaarborgd of verzekerd, in het kader van een algemeen stelsel dat door een verdragsluitende Staat, een van zijn staatkundige onderdelen, plaatselijke publiekrechtelijke lichamen daarvan, de NV De Nederlandsche Bank of de Nationale Bank van België is georganiseerd waarvan het doel bestaat uit het bevorderen van de uitvoer;

e.

indien de interest wordt betaald aan de andere verdragsluitende Staat, een staatkundig onderdeel, een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan of aan de NV De Nederlandsche Bank of aan de Nationale Bank van België.

4. De uitdrukking 'interest', zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet gewaarborgd door hypotheek of al dan niet aanspraak gevend op een aandeel in de winst van de schuldenaar, niet zijnde de winstaandelen als bedoeld in artikel 10, paragraaf 7 van dit Verdrag, en in het bijzonder inkomsten uit overheidsleningen en inkomsten uit obligaties of schuldbewijzen, daaronder begrepen de aan zodanige leningen, obligaties of schuldbewijzen verbonden premies van allerlei aard. Voor de toepassing van dit artikel worden boeten voor laattijdige betaling niet als interest behandeld.
5. De bepalingen van de paragrafen 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de interest, die inwoner is van een verdragsluitende Staat, in de andere verdragsluitende Staat waaruit de interest afkomstig is, een bedrijf met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting of een zelfstandig beroep door middel van een aldaar gevestigde vaste basis uitoefent en de schuldvordering uit hoofde waarvan de interest is verschuldigd met die vaste inrichting of die vaste basis wezenlijk is verbonden. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 of van artikel 14, naar het geval, van toepassing.
6. Interest wordt geacht uit een verdragsluitende Staat afkomstig te zijn indien de schuldenaar die Staat zelf is, een staatkundig onderdeel, een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam of een inwoner van die Staat. Indien evenwel de schuldenaar van de interest, ongeacht of hij inwoner van een verdragsluitende Staat is of niet, in een verdragsluitende Staat een vaste inrichting of een vaste basis heeft waarvoor de schuld, terzake waarvan de interest wordt betaald is aangegaan en de interest ten laste komt van die vaste inrichting of die vaste basis, wordt die interest geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting of de vaste basis is gevestigd.
7. Indien, ten gevolge van een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de interest, gelet op de schuldvordering waarvoor hij wordt betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, zijn de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag van toepassing. In dat geval is het daarboven uitgaande deel van de betalingen belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elke verdragsluitende Staat en met inachtneming van de overige bepalingen van dit Verdrag.
8. Niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1, 2 en 3, mag interest betaald door een vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal, die volgens de wetgeving van een verdragsluitende Staat inwoner is van die Staat, aan een natuurlijke persoon die inwoner is van de andere verdragsluitende Staat ook in eerstbedoelde verdragsluitende Staat worden belast overeenkomstig de wetgeving van die Staat, indien die natuurlijke persoon - al dan niet te zamen met zijn echtgenoot - dan wel een van hun bloed- of aanverwanten in de rechte lijn onmiddellijk of middellijk ten minste vijf percent bezit van het geplaatste kapitaal van een soort aandelen van die vennootschap. Deze bepaling vindt alleen toepassing wanneer de natuurlijke persoon aan wie de interest wordt betaald in de loop van de laatste tien jaren voorafgaande aan het jaar waarin die interest wordt betaald inwoner van de eerstbedoelde Staat is geweest en mits op het tijdstip waarop hij inwoner werd van de andere verdragsluitende Staat werd voldaan aan eerdergenoemde voorwaarden ten aanzien van het aandelenbezit in eerdergenoemde vennootschap.
Deze bepaling geldt alleen in situaties waarin aan de natuurlijke persoon een aanslag is opgelegd ter zake van de bij diens emigratie uit die verdragsluitende Staat aangenomen vervreemding van de in de vorige alinea bedoelde aandelen en zolang er van deze aanslag nog een bedrag openstaat.

 

Hierboven treft u de bewoording aan van het artikel uit het belastingverdrag tussen Nederland en België met betrekking tot rente. Wij attenderen u erop dat het werkelijke bronheffingspercercentage kan afwijken van hetgeen in het verdrag is bepaald, bijvoorbeeld door antimisbruik bepalingen in lokale wetgeving, afwijkende bepalingen uit het protocol, etc. Alvorens u met deze informatie aan de slag gaat, adviseren wij u dan ook om ons eerst te raadplegen voor het juiste bronheffingspercentage in uw concrete situatie. U kunt ons bereiken via e-mail of telefonisch op kantoor onder nummer 010-2010466