taxci
 

Bronbelasting op dividend uit Noorwegen

Laatst gewijzigd: 23-02-2007

Verdrag

 Noorwegen

Artikel

 Dividend

Getekend

 12 januari 1990

In werking getreden

 31 december 1990

Art. 10

 

Dividend

 

1. Dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van een van de Staten aan een inwoner van de andere Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
2. Deze dividenden mogen echter ook in de Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaald inwoner is, overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de genieter de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden is, mag de aldus geheven belasting 15 percent van het brutobedrag van de dividenden niet overschrijden.
3. Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid mag de Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is geen belasting heffen op dividenden, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden een lichaam (niet zijnde een maatschap of een vennootschap onder firma) is, dat inwoner is van de andere Staat en onmiddellijk ten minste 25 percent bezit van het kapitaal van het lichaam dat de dividenden betaalt.
4. Niettegenstaande het derde lid mag, indien en zolang als in een van de Staten het tarief van de belasting geheven van uitgedeelde vennootschapswinsten lager is dan het tarief van de belasting geheven van niet uitgedeelde vennootschapswinsten en het verschil tussen beide tarieven 10 punten of meer bedraagt, elk van de Staten een belasting heffen op dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van een van de Staten aan een lichaam (niet zijnde een maatschap of een vennootschap onder firma), dat inwoner is van de andere Staat en onmiddellijk ten minste 25 percent bezit van het kapitaal van het lichaam dat de dividenden betaalt. De op deze wijze geheven belasting mag echter niet overschrijden:

a.

5 percent van het brutobedrag ervan, indien het hiervoren bedoelde verschil 15 punten of minder bedraagt;

b.

10 percent van het brutobedrag ervan, indien het hiervoren bedoelde verschil meer dan 15 punten bedraagt.

 

Indien in een van de Staten het hiervoren bedoelde verschil meer bedraagt dan 20 punten, mag die Staat een belasting heffen op dividenden, die niet mag uitgaan boven 15 percent van het brutobedrag ervan.
5. De bepalingen van het tweede, derde en vierde lid laten onverlet de belastingheffing van het lichaam ter zake van de winst waaruit de dividenden worden betaald.
6. De uitdrukking 'dividenden', zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit aandelen, winstaandelen of winstbewijzen, mijnaandelen, oprichtersaandelen of andere rechten, die aanspraak geven op een aandeel in de winst, alsmede inkomsten uit andere vennootschappelijke rechten die door de wetgeving van de Staat waarvan het lichaam dat de uitdeling doet inwoner is, op dezelfde wijze aan de belastingheffing worden onderworpen als inkomsten uit aandelen. Wat Nederland betreft omvat de uitdrukking eveneens inkomsten uit winstdelende obligaties.
7. De bepalingen van het eerste, tweede, derde en vierde lid zijn niet van toepassing, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, die inwoner is van een van de Staten, in de andere Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing.
8. Indien een lichaam dat inwoner is van een van de Staten, voordelen of inkomsten verkrijgt uit de andere Staat, mag die andere Staat geen belasting heffen op de dividenden die door het lichaam worden betaald, behalve voor zover deze dividenden worden betaald aan een inwoner van die andere Staat of voor zover het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van een in die andere Staat gevestigde vaste inrichting of het beroepsvermogen van een aldaar gevestigd vast middelpunt behoort, noch de niet-uitgedeelde winst van het lichaam onderwerpen aan een belasting op niet-uitgedeelde winst van het lichaam, zelfs indien de betaalde dividenden of de niet-uitgedeelde winst geheel of gedeeltelijk bestaan uit voordelen of inkomsten die uit die andere Staat afkomstig zijn.

Hierboven treft u de bewoording aan van het artikel uit het belastingverdrag tussen Nederland en Noorwegen met betrekking tot dividenden. Wij attenderen u erop dat het werkelijke bronheffingspercercentage kan afwijken van hetgeen in het verdrag is bepaald, bijvoorbeeld door antimisbruik bepalingen in lokale wetgeving, afwijkende bepalingen uit het protocol, etc. Alvorens u met deze informatie aan de slag gaat, adviseren wij u dan ook om ons eerst te raadplegen voor het juiste bronheffingspercentage in uw concrete situatie. U kunt ons bereiken via e-mail of telefonisch op kantoor onder nummer 010-2010466