Wijzigingen Vennootschapsbelasting 2012
7.1 Tarieven
Tarieven 2012
Bij een winst van:
Meer dan |
Niet meer dan |
Bedraagt het percentage |
- |
€ 200.000 |
20,0 |
€ 200.000 |
|
25,0 |
Tarieven 2011
Bij een winst van:
Meer dan |
Niet meer dan |
Bedraagt het percentage |
- |
€ 200.000 |
20,0 |
€ 200.000 |
|
25,0 |
7.2 Maatregelen voor goede doelen en filantropie
In 2012 wordt een aantal maatregelen geïntroduceerd om het geven aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s) te stimuleren en het ondernemerschap van onder meer ANBI’s te bevorderen:
- De bestaande winstgrens voor lichamen waarbij een algemeen maatschappelijk belang of sociaal belang op de voorgrond staat, wordt verhoogd van € 7.500 naar € 15.000 per jaar en gaat gelden voor alle stichtingen en verenigingen.
- ANBI’s die zijn aangemerkt als culturele instelling kunnen onder voorwaarden kiezen voor belastingplicht in de vennootschapsbelasting voor het totaal van hun activiteiten.
- De herbestedingsreserve wordt versoepeld voor lichamen die een sociaal belang behartigen en de winst voor 70% behalen met behulp van vrijwilligers en voor ANBI’s die zijn aangemerkt als culturele instelling. Zij mogen hun winst voor belastingheffing reserveren in een bestedingsreserve. De gereserveerde winsten moeten dan binnen vijf jaar worden besteed.
- De drempel voor de giftenaftrek van € 227 komt te vervallen. Verder wordt het toegestane totaalbedrag aan aftrekbare giften hoger. Het totaal aan aftrekbare giften mag in plaats van 10% nu maximaal 50% van de winst bedragen, maar moet wel onder de € 100.000 blijven.
- Een gift aan een ANBI die is aangemerkt als culturele instelling kan in aanmerking worden genomen voor 1,5 keer het bedrag van de gedane gift. Deze aftrek wordt toegepast over maximaal € 5.000 van de aan culturele instellingen gedane giften.
- Eenmalige giften aan een steunstichting sociaal belang behartigende instelling (SBBI) zijn onder voorwaarden aftrekbaar. Voorbeelden van SBBI’s zijn muziekverenigingen, sportverenigingen, buurthuizen, ouderenverenigingen en scoutinggroepen.
7.3 Reparatie fiscaal fondswervende instellingen regeling
Per 1 januari 2012 wordt een nadere invulling gegeven aan het begrip fondswervende activiteiten. Zo moeten de activiteiten in belangrijke mate met behulp van vrijwilligers worden verricht. Een andere essentiële voorwaarde is dat kenbaar wordt gemaakt dat de opbrengst uit de fondswervende activiteiten ten goede komt aan het algemeen nuttige doel.
7.4 Research en Development Aftrek (RDA)
De RDA moet het voor bedrijven nog aantrekkelijker maken speur- en ontwikkelingswerk (S&O) uit te voeren. De loonkosten van S&O worden reeds gefacilieerd via de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk. De RDA is gericht op het faciliëren van de niet-loonkosten en investeringen die betrekking hebben op S&O. De RDA wordt als extra aftrekpost in aanmerking genomen bij de fiscale winstbepaling. De aftrek bedraagt in 2012 40% van de door Agentschap NL vastgestelde kosten en uitgaven die direct toerekenbaar zijn aan S&O dat is erkend in een S&O-verklaring.
7.5 Aftrekbeperking rente bij overnameholdings
Per 1 januari 2012 geldt een aftrekbeperking voor rente die betaald wordt op een overnameschuld. Als een Nederlands bedrijf met geleend geld wordt overgenomen, kan de rente over de overnameschuld in beginsel niet meer verrekend worden met de winst van de overgenomen vennootschap. De overnamerente blijft wel aftrekbaar tot een bedrag van € 1 mln. of als sprake is van een gezonde financiering. Dit is het geval als de overnameschuld in het jaar van overname niet meer is dan 60% van de overnameprijs. Dit percentage wordt vervolgens in 7 jaar afgebouwd, met 5% per jaar, naar 25%.
7.6 Objectvrijstelling vaste inrichting
Per 1 januari 2012 wordt een objectvrijstelling voor vaste inrichtingen (v.i.’s) ingevoerd. Hierdoor zijn de winsten en verliezen van een buitenlandse v.i. niet langer van invloed op de Nederlandse belastinggrondslag. Definitieve verliezen van buitenlandse v.i.’s die resteren bij staking zijn nog wel aftrekbaar. Voor winsten uit zogenoemde passieve v.i.’s in laagbelastende landen geldt de objectvrijstelling niet. Hiervoor geldt een verrekeningsstelsel. Op basis van het overgangsrecht worden bestaande aanspraken en claims die aanwezig zijn bij invoering van de objectvrijstelling geëerbiedigd. Deze worden afgewikkeld overeenkomstig de bestaande systematiek.
Indien u meer informatie over dit onderwerp wenst, of indien u geadviseerd wilt worden op uw specifieke situatie nodigen wij u van harte uit om contact met ons op te nemen via e-mail of per telefoon op het nummer 020-5709440 (kantoor Amsterdam) of 010-2010 466 (kantoor Rotterdam).
Wij maken graag tijd voor u !